D66 wil meer helderheid over Recreatieschap Midden-Delfland

bron heerlijkbuiten.nl

In de Delftse Raadscommissie Ruimte, Verkeer en Wonen van 26 mei jl kwam de brief van het college inzake uittreding Rijk uit Recreatieschap Midden Delfland aan de orde. D66 had om bespreking gevraagd om in meer algemene zin de relatie van Delft met het Recreatieschap aan te orde te stellen. Immers, de ontwikkelingen zouden voor Delft ongewenste effecten kunnen hebben op zowel organisatorisch, financieel als bestuurlijk gebied.

Allereerst vroeg de fractie naar de stand van zaken rond de herinrichting van de regionale samenwerking op het gebied van recreatie en groenbeheer in de omgeving van Delft. Dit is een al langer lopende ontwikkeling, waarover de raad al een tijd niets meer heeft gehoord. Wat is de inzet van het college, wat zijn de meest recente ontwikkelingen en zijn er bestuurlijke of andere belemmeringen die ongewenste organisatorische en financiële effecten kunnen hebben voor Delft?

Verder vroeg D66 of de wethouder nog steeds, net als in 2013, de mening van D66 deelt dat scherper moet worden vastgelegd wat deze samenwerking op moet leveren. De samenwerking moet ons inziens leiden tot minder bestuurlijke en ambtelijke drukte en tot een efficiënter beheer met meer inzet van het sociaal domein, vrijwilligers en derden partijen. D66 wilde weten hoe de wethouder in de bestuurlijke afstemming borgt dat deze wensen inderdaad realiteit worden.

Tenslotte is D66, mede met het oog op de huidige financiële situatie in Delft en de behoefte het begrotingstekort te verkleinen, benieuwd of de voorziene veranderingen naar inschatting van de wethouder inderdaad verbeteringen aanbrengen in de eerder gesignaleerde scheve verdeling van de kosten over de diverse overheden, zeker nu het Rijk uittreedt. Waarbij de fractie graag herinnert aan zijn vraag van destijds om verlaging van de financiële bijdrage van Delft aan het Recreatieschap met 10%.

In antwoord op de vragen van D66 en enkele andere fracties merkte de wethouder op dat het een breed en ingewikkeld onderwerp is. Hij ging op hoofdlijnen in op de vragen maar bood tegelijk aan nog voor de zomer een presentatie te verzorgen. Er zal dan ook aandacht worden besteed aan de samenhang met andere regionale ontwikkelingen rond gezamenlijk beheer van ruimte en regionaal groen, zoals de "landschapstafels". D66 ziet uit naar die presentatie en vroeg om daarin extra aandacht te besteden aan het tijdspad van de verschillende ontwikkelingen en het onderling sporen daarvan.

D66 op de bres voor voldoende Delfts zwembadwater

Tijdens de vergadering van de Delftse Raadscommissie Sociaal Domein van 19 mei jl heeft D66 Delft gepleit voor het beschikbaar houden van de volledige huidige Delftse zwemcapaciteit. Aanleiding voor de discussie was de door het college vastgestelde beleidsnota "Toekomst zwembaden in Delft 2015".

Op dit moment heeft Delft drie zwembaden: zwembad Kerkpolder (gebouwd 1978, gerenoveerd 1996), het Sportfondsenbad aan de Weteringlaan (1936) en het Zwem- en Squashcentrum aan de Clara van Sparwoudenstraat (1969). Het eerste zwembad wordt rechtstreeks door de gemeente geëxploiteerd, de twee andere door het bedrijf Sportfondsen BV. Het totaal beschikbaar zwembadwateroppervlak van 1.356 m2 is voor een stad als Delft redelijk normaal. Het gebruik is met bijna 600.000 gasten per jaar bovengemiddeld.

De nota doet verslag van de uitkomst van het onderzoek naar de mogelijkheid om één nieuw zwembad te realiseren ter gecombineerde vervanging van de twee oudste zwembaden. Ook wordt gerapporteerd over de mogelijkheid zwembad Kerkpolder te verzelfstandigen.

Samen met vele andere fracties stelde D66 de wethouder indringende vragen over de nota. D66 signaleerde dat ten aanzien van zwembad Kerkpolder wel erg vlug wordt ingezoomd op maar enkele van de geadviseerde verzelfstandigingsmodellen. Ook leek er erg snel een voorkeur te zijn voor 1 marktpartij, zijnde Sportfondsen BV. Niet duidelijk is of er al goed gekeken is (of nog gekeken gaat worden) naar andere modellen en samenwerkingsverbanden zoals met omliggende gemeenten, de TU, zwemverenigingen, andere baden en andere marktpartijen.Wat D66 betreft een gemis.

D66 kan akkoord gaan met uitstel tot na de huidige collegeperiode van besluitvorming over de vervangende gecombineerde nieuwbouw van het Sportfondsenbad en het Zwem- en Squash Centrum. Simpelweg omdat vanwege de huidige financiële situatie sluitende financiering op korte termijn niet waarschijnlijk is. Tegelijk benadrukte de fractie dat van dit uitstel niet automatisch afstel mag komen. De hoge bezettingsgraad illustreert dat Delft de huidige 1.356 m2 nodig heeft. Een visie die ook Sportfondsen BV bij monde van inspreker De Groot aanhing.

Vanuit die achtergrond vroeg D66 nadrukkelijk door op de betekenis van de alinea waarin wordt gesteld dat "het nodig is om de ambitie voor wat betreft ... het aantal m2 oppervlakte zwemwater naar beneden bij te stellen van 1.356 m2 naar 678 m2. Deze oppervlakte komt overeen met de huidige capaciteit van het jongste bad, zwembad Kerkpolder".

In zijn antwoord gaf wethouder De Prez aan dat uit de nota inderdaad onbedoeld wel "een beetje een dubbel beeld" kan ontstaan. De bedoeling is juist om de opties open te houden, terwijl "de ambitie van het college is en blijft (te voorzien in) hetzelfde aantal vierkante meters zwemwater zoals we dat nu ook hebben". Ook op andere punten gaf de wethouder aanvullende informatie en verhelderende toelichtingen.

Het is de voorkeur van D66 dat wat feitelijk bedoeld wordt met de nota, helder is vastgelegd in een verbeterde versie van die nota of een aanvullende brief. Tweede optie is een kraakhelder verslag van de vergadering. Laatste optie is een motie in de Raad van 4 juni aanstaande. D66 houdt de laatste optie nadrukkelijk open, in afwachting van de ontwikkelingen in de komende twee weken.

Bron illustratie zwemensquashcentrumdelft.nl. Deze blog is ook geplaatst op de website van D66 Delft.

Donderwolken boven Delftse kinderboerderijen en waterspeeltuinen

eigen foto bij heropening Waterspeeltuin Tanthof mei 2014

Bij brief van 20 februari 2015 meldde het College van B&W de Raad van Delft dat de toekomst voor de kinderboerderij, de waterspeeltuin èn het milieueducatiecentrum De Papaver in de Delftse Hout er rooskleurig uitzag. Voor al deze voorzieningen was een private partij gevonden die per 1 juli aanstaande de exploitatie van de gemeente wilde overnemen. Voor de overname van de kinderboerderij en waterspeeltuin in de Tanthof had zich helaas nog gegadigde gemeld. Met dit tussenresultaat was D66 Delft tevreden.

Kort daarna bereikten ons informeel minder positieve geluiden. Reden om te vragen om extra en meer recente informatie. Deze bereikte de raad op 28 april in de vorm van een aanvullende brief. Daarin werd gemeld dat alleen De Papaver op 1 juli 2015 wordt overgedragen aan de Stichting Duurzaamheidscentrum de Papaver. De geselecteerde gegadigde voor de andere voorzieningen in het Delftse Hout, de Stichting Stro&Zo, had zich teruggetrokken omdat zij op het laatste moment de begroting niet rond kreeg.

De ontstane weinig rooskleurige situatie was onderwerp van de vergadering van de Commissie Ruimte, Verkeer en Wonen van 28 april. D66 Delft complimenteerde in zijn bijdrage (49.50 tot 51.30 min) de wethouder voor het tot nu toe helder en open proces en vroeg hem met klem om deze openheid voort te zetten. Alleen dan mag betrokkenheid en maximale medewerking van een goed geïnformeerde Raad verwacht worden, ook als de situatie moeilijk wordt.

Omdat de beoogde overdrachtsdatum van 1 juli nabij is en de zomer voor de deur staat, heeft D66 ook gevraagd naar de plannen van de gemeente om, als overdracht van kinderboerderijen en waterspeeltuinen (beide meervoud) niet snel lukt, de voorzieningen toch de komende zomer in de lucht te houden. Zo creatief mogelijk, met zoveel mogelijk vrijwilligers, en met de gemeente in de rol van actieve regisseur. De insteek van het college om voor de Delftse Hout allereerst de mogelijkheden te onderzoeken met de tweede gegadigde BuytenDelft vindt de fractie een logische. Het is te hopen dat, zoals de wethouder suggereerde, de grotere ervaring van deze groep ondernemers verschil kan maken.

D66 herinnert er aan dat bij de start van de inschrijving het college uitsprak dat zij wilde dat de kinderboerderijen en waterspeeltuinen, zowel in de Delftse Hout als in de Tanthof, als voorzieningen toegankelijk blijven voor de inwoners van Delft en omstreken. D66 onderschreef èn onderschrijft deze visie en stelt in haar verkiezingsprogramma: "De voorzieningen moeten open blijven, al dan niet met meer inzet van sponsors". Wij verwachten dat de gemeente via het college, met inzet van alle denkbare creativiteit, tot het uiterste gaat om alsnog partners te vinden aan wie op een passende wijze de overdracht van alle Delftse voorzieningen kan plaatsvinden.

Deze blog werd ook geplaatst op de website van D66 Delft.